Deze longread is geoptimaliseerd voor gebruik op tablet en computer. Gebruik onderstaande button om uzelf een reminder te sturen per e-mail, zodat u deze productie kunt bekijken zodra u achter uw tablet of computer zit.

Werk uw browser bij!

U maakt gebruik van een verouderde browser die deze longread niet ondersteunt.

Om deze productie te kunnen bekijken, werkt u uw browser bij naar Internet Explorer 9 of installeert u een andere browser zoals Google Chrome of Mozilla Firefox.
 
dit is een publicatie van
 
 
dit is een publicatie van
 
Een nieuwe tijd, een ander geluid. Maar ook een nieuwe 'Summer of Love', lijkt het wel. De grootste muziekmarkt ter wereld staat in vuur en vlam voor dance, bewijst Mysteryland US.

Dat het Nederlandse festival 45 jaar na Woodstock als eerste neer mag strijken op de heilige heuvels is niet toevallig...
Deze longread bevat veel verborgen aanklikbare verrassingen. Voor de beste presentatie is het belangrijk dat u de geopende vensters steeds weer afsluit voordat u verder leest.

De thuiskomst van love & peace

door Mark van Bergen

Met stralende gezichten plakken de ravemeisjes tegen de dranghekken van de mainstage, de blik niet afwendend van het dj-duo Showtek uit Eindhoven. Uiterlijk hebben ze alles uit de kast gehaald. Schmink, felle naveltruitjes, kleurrijke zonnebrillen en veel neon: sticks, buizen en slangen. De mannen dragen spandoeken en vlaggen. 'We love you Showtek'. Iedere keer dat zij de beat er na een 'break' weer in knallen gaat al dat materiaal hoog de lucht in.

Tara Kim (rechts van de gele bloemenfiguur) is met haar vriendengroep speciaal vanuit New Jersey afgereisd voor een lang campingweekend op de 'holy ground'. "Echt heel bijzonder dit. Mijn vader is hier nog geweest!"

Volgens de Amerikaanse maakt Mysteryland USA, op deze plek, cirkels rond. "Het is symbolisch voor wat er nu gebeurt in de wereld. Jongeren beginnen bewuster te worden. Lange tijd lag de focus teveel op alleen consumeren, nu beginnen steeds meer mensen zuiniger te worden op zichzelf en de wereld. Dat zie je terug in bijvoorbeeld voedsel en in kunst. Dancemuziek is een grote katalysator. Het brengt liefde en vrolijkheid." Ja, een beetje 'molly' zo nu en dan hoort erbij, net als lsd bij de hippies destijds. "Het versterkt het gevoel."
Welkom in de wereld van EDM (electronic dance music) in de VS. Carnaval in de mix met knettervette house. En, jawel hoor: een flinke toef hippiesfeer op Mysteryland USA. Geen lsd, maar molly, zoals de Amerikanen xtc noemen. Ook geen politiek engagement of protestsongs, laat staan instrumenten en bands. Maar wel: bloemenmeisjes en een collectief verbroederende en positieve partymeute, met historisch besef.
 
 
 
 
 
 
 
Showtek & Nicky Romero (midden)
Foto Andrew J. Rauner
Kijkend door een roze hippiebril uit 1969 valt de enorme professionaliteit van de organisatie op. Een festival bouwen kunnen ze wel in Nederland. Draaiboeken, reisschema's, polsbandjes, elektronische systemen (Mysteryland USA moet helemaal cash-loos zijn, maar de techniek hapert nogal eens). Geïmproviseerde camping? No way. De tentjes met slaapzakken (beide met festivallogo) staan al klaar voor bezoekers (althans: die met een vip-pas) en crew.

 
 
 
Fedde Le Grand
Foto Maurice Vinken
 
 
"Er waren zes à zeven gesprekken nodig om de terrein-eigenaar te overtuigen."
Jansen en zijn vriend wel, en het is raak. Het duo raakt in gesprek met Francis, en er ontstaat een bijzondere klik. "Hij was buitengewoon geïnteresseerd in ons verhaal. Met Mysteryland zijn we de laatste jaren sterk gaan inzetten op duurzaamheid en positiviteit. Daarin zag hij veel raakvlakken." Niet dat het toen meteen gepiept was, de handtekeningen worden pas maanden later gezet. "Er waren zes à zeven gesprekken nodig om hem te overtuigen."

Darlene Fedun, manager van het centrum: "We hebben voor Mysteryland gekozen vanwege haar geloof in veel van dezelfde principes als waar onze organisatie voor staat: creativiteit, verbondenheid, sociale verantwoordelijkheid en een focus op de ervaring door de bezoeker."
Weinig artiesten op Mysteryland USA hebben zo'n sterke link met de hippietijd als Dadara (echte naam: Daniel Rozenberg). De Amsterdamse kunstenaar, die door zijn vele ontwerpen van flyers en platenhoezen uitgroeide tot de bekendste illustrator van de housetijd in Nederland, is ingevlogen met zijn Transformoney Tree, waarmee hij in 2012 al furore maakte op het Amerikaanse woestijnfestival Burning Man.

De boom, die in Bethel Woods helemaal bovenaan de heuvel staat, werpt de vraag op welke waarde geld heeft. Bezoekers worden uitgenodigd eigen briefgeld te beschilderen of erop te tekenen en vervolgens met ijzersterke lijm op de boom te plakken. Een vernislaag maakt de 'transformatie' af. Tijdens Burning Man werden al honderden biljetten geplakt, van een flap van 50 triljoen Zimbabwaanse dollars (nauwelijks iets waard door de inflatie) tot 50 euro- en één-dollarbiljetten. "Je vernietigt de financiële waarde, maar je krijgt er nieuwe waarde voor terug."

Dadara, zelf geboren in Woodstock-jaar 1969, heeft al lang een fascinatie voor de jaren zestig en het erfgoed van de hippies. "Die stelden natuurlijk collectief de waarde van de economie en het kapitalisme ter discussie. Ofwel: waar leef je nu eigenlijk voor? Ik ben zelf niet gevoelig voor geld. Ik had voor vele dure reclamebureaus kunnen werken, maar ik vind dit veel leuker."

Maarre: hoe kijkt hij aan tegen een groot festival van een entertainmentgigant als zijn podium? "Ik probeer altijd de controverse op te zoeken. Dit is juist een plek om zo'n vraag op te werpen. Maar eerlijk is eerlijk: ik ben vooral getrokken door de Woodstock-connectie, deze plek."

(Fotograaf: Maurice Vinken)
En ervaringen zijn er volop op Mysteryland USA. Er wordt hier niet enkel gesmeten met de allergrootste dj-namen en de meest imposante podia, er is ook veel ruimte voor minder bekende namen en andere kunstvormen. Dus is er een 'Music and Art fair', een markt met hippiewaar. Hetzelfde geldt voor kunstobjecten als de Transformoney Tree, die de draak steken met de geldcultuur.
"Dance is voor miljoenen jongeren dé manier geworden om het leven te vieren, om samen te komen op een positieve manier."
Een dancefestival als reïncarnatie van de hippietijd? Hoewel ze aangeven dat de muziekstijlen mijlenver uit elkaar liggen, zien de betrokkenen zeker parallellen. Jansen: "Het gedachtegoed is op een andere manier weer actueel. De politieke lading is er af - geen strijd tegen de heersende macht of tegen de Vietnam-oorlog - maar deze generatie is wel degelijk bezig met bewustzijnsverandering. Dance is voor miljoenen jongeren dé manier geworden om het leven te vieren, om samen te komen op een positieve manier."
 
Gedurende het hele festival waren er op de plek van het Woodstock-podium rituelen, met onder meer een indianenstam. Die riep op tot respect voor de natuur en de medemens. Verder gebeurde er in de beroemde 'bowl' van 1969 niets, uit respect van Mysteryland naar Woodstock.
Foto Maurice Vinken
De dancefestivals nemen steeds meer hun maatschappelijke rol en krijgen het publiek daar in mee, zegt Jansen: "Vooral op het gebied van duurzaamheid en betrokkenheid lopen ze voorop. Bij Mysteryland zit dat echt in het DNA verweven, wat zeker heeft meegespeeld bij het verkrijgen van deze locatie."

10.000 Hours
Bekendste voorbeeld is volgens Jansen het initiatief 10.000 Hours, waar ID&T een van de partners van is, net als onder andere het Solar Festival van Extrema. Met speciale activiteiten als hardloopevenementen tegen kanker of opruimsessies inspireert het Nederlandse project jonge mensen wereldwijd om vrijwillig iets voor een ander te doen en een steentje bij te dragen aan een betere wereld.
 
Op Mysteryland US zelf is er nog het speciale duurzaamheidsprogramma, dat onder andere voorziet in gratis water voor bezoekers, biologisch en fair trade-voedsel op afbreekbare bordjes en 'groene' teams die het afval scheiden, mochten bezoekers die mogelijkheid zelf niet aangrijpen. De Nederlandse editie, iedere nazomer op het Floriadeterrein in Haarlemmermeer, won er afgelopen jaar een prijs mee.
 
Ongeloofwaardig
Niet iedereen gaat mee in dat verhaal. Housepionier Eddy de Clercq vindt het hele 'love & peace-sausje' wat nu over festivals als Mysteryland gegoten wordt 'lachwekkend en ongeloofwaardig', zegt hij voorafgaand aan de eerste Amerikaanse editie. "Het mag nooit zo zijn dat grote bedrijven aankomen met een achterhaald cliché van een beweging die zich afzette tegen de kapitalistische en materialistische maatschappij, waarin veel gebruik wordt maakt van technologie. Iedere jongere is tegenwoordig bezig met geld verdienen en zich te conformeren aan de maatschappij. Dat staat lijnrecht tegenover de hippie-idealen."

Dimitri Kneppers behoort tot de "Grote Drie" dj's van de jaren '90, samen met Remy en Marcello. Zij zijn in Nederland de eerste dj's wier naam ze vooruitsnelt. Nog niet echt internationaal en nog geen sterrendom, zoals later met Tiësto, maar wel enorm gewild. Iedereen wil de heren op de flyer hebben, liefst samen. Dat komt vooral omdat ze de gezichten zijn van de meest legendarische houseclubs van het begin: RoXY (Dimitri en Remy) en iT (Marcello).

Dimitri is daarbij de grootste der groten. Hij verbluft het hele dj-veld met zijn eigen producties en zijn platenkeuze, waarvoor hij de hele wereld afreist, al dan niet geholpen door vroege connecties met de Detroit techno-scene. 'High Tech Soul' noemt hij zijn sound. En ziel, vaak in de vorm van melodie, loopt als een rode draad door de muziek van Kneppers.

Als eerste Nederlandse dj krijgt hij begin jaren '90 een residentie in New York, in de club Twilo. Toen was daar nog maar weinig enthousiasme voor de dance, publiek reageert vaak verveeld. "Het zat toen ook nog niet aan de molly maar aan de lollies." Tegenslagen zijn er ook nogal wat: Dimitri worstelt met een drugsprobleem en vlucht daardoor zelfs een hele tijd de scene uit. Als hij goed en wel terugkomt, moet zijn onderbeen er acuut af door een agressieve infectie. Maar anno 2014 is de altijd positief ingestelde Dimitri, na een lang en zwaar herstel, weer helemaal terug.

(Fotograaf: Maurice Vinken)
En dj Dimitri (Kneppers), zijn generatiegenoot? Hij was ook bij de 'big bang' eind jaren tachtig en is na een carrière vol hoogtepunten en tegenslagen net aan zijn derde jeugd begonnen. "Een jaar geleden was de kans dat ik hier überhaupt zou staan uitgesloten", refereert hij aan de zeldzame infectie in zijn voet en onderbeen, die uiteindelijk geamputeerd moest worden. Maar als er één vaderlandse dancepositivo is, dan hij wel. "Natuurlijk is het nu allemaal big en commercieel, zeker door wat er nu in de VS gebeurt. Maar dat biedt ook weer ruimte aan nieuwe initiatieven en undergroundculturen."
"Nu gaat het richting overleven, het is dringend geworden. Als er niet snel actie ondernomen wordt gaat het echt verkeerd."
Michael Lang, de grote man achter Woodstock 1969, ziet de hele ontwikkeling vanaf een afstandje tevreden aan. Dat Mysteryland op 'zijn' heilige grond landt vindt hij prima. Ook al heeft hij weinig met de muziek, hij ziet dat die katalysator is voor een groeiende onderlinge band onder jongeren. "Ze worden zich bewust, zien hun verantwoordelijkheid. Het is niet gericht, niet specifiek, maar er is een duidelijk bewustzijn van meerwaarden. Zie hoe ze zich steeds meer op hun gezondheid gooien, op bewust zijn van het lichaam, wat je eet is nu een groot issue."
 
 
 
 
Nicky Romero
Foto Maurice Vinken
Op Mysteryland USA is praten vaak ook geen optie, met die dikke dreunen. Nu zweept de maffe Amerikaan Steve Aoki het publiek weer op vanaf het als een paleis vormgegeven hoofdpodium, terwijl het vuurwerk hoog boven de hoofden van de partypeople uiteenspat, precies op het ritme van de beat.

Feesten zullen ze. En één zijn ze. YOLO. De hippies zouden de afkorting uitgevonden kunnen hebben.
 
 

Het enige festival waar ik niet was

Nee, ik ben er niet geweest. Kom op, ik was 13. Maar het voelt van wel. Woodstock heeft me gemaakt wie ik ben. Het is een belangrijk deel van mij, van mijn leven. De muziek meteen al. Ongelofelijk. Maar ook: het gevoel. Dit kan. Three days of love and music. Kijk nou. Zie je wel.

Ik had er iets over gelezen, misschien was het op het journaal geweest. Maar het landde pas goed een jaar later ofzo, met de soundtrack. Drie elpees in een lange uitklaphoes. DRIE elpees. Wow. Drie.

De platenzaak in de stad, Van Leest, had toen luistercabines. Koptelefoons bestonden nog niet. Achterin de zaak waren drie kleine hokjes met een bankje en een platenspeler waar je een elpee kon proefluisteren. Wist jij veel wat je kocht? En een elpee was zeker vijftien gulden, een maand sparen. Komt opeens Woodstock uit. Drie elpees. Vijftig gulden. Vergeet het maar.
Dus gingen we luisteren bij Van Leest. Elke dag, na school. Met dikke boekentassen, met nog een laatste stinkende pindakaasboterham in de trommel, op naar de achterste rij platenbakken, naar de W en naar de kassa. "Mevrouw, mogen we deze even luisteren?"
Na twee, drie weken werd ze boos. Dat kon niet meer. Ja, vijftig gulden is veel geld, het was een van de duurste platen van de zaak, daar moesten we natuurlijk goed over kunnen nadenken. Maar ook daarom: ze hadden er maar twee op voorraad en we hadden ze allebei al grijsgedraaid. Op kant vier, tweede nummer, zat al een krasje.

Maar ja, die muziek! Ongelofelijk. Santana, Jefferson Airplane, Joan Baez, Guthrie, de maf Country Joe die het publiek FUCK liet zeggen (ik heb lang niet geweten wat het betekende). Muziek waarbij de schellen van je oren vielen. De duivelssnelle Ten Years After, de engelachtig mooie Crosby Stills & Nash, de onaardse Sly Stone. De verpletterende Who met dat verbijsterende filmpje dat zo af en toe op Toppop te zien was, tussen domme clipjes van de Cats door. En, diepe stilte: Jimi Hendrix. Live. Hij was net gestorven.

De platen leken zo'n beetje het mooiste wat een jochie kon overkomen. Maar toen kwam er de film. Voor velen van mijn generatie ons JFK-moment. Wie kan die eerste keer vergeten? Voor mij was het de kerstvakantie, tijdens een logeerpartij bij mijn o zo stijve opa. Geen lol te beleven bij die man. En vandaar misschien, dat mijn oudere neven aanbelden toen ze onderweg waren naar de stad. Ze gingen naar Woodstock. De film.

Ik wist niet wat ik hoorde. Een film! Met, zo knipoogden mijn neven, meisjes uit het publiek. Blote meisjes. Daar zat een groot probleem: de film was voor 16 jaar (ja, daar lag vroeger de grens) en ouder en ik was 14. Maar mijn neven kenden de kassajuf. En daar zat ik dan. Rij 8.

Toen het licht weer aanging, was ik een ander mens. Opnieuw: de muziek. En die beelden: twee, drie, vier tegelijk. Je keek ze in hun neusgaten. Maar er was meer. Hippies. Overal hippies. Overal vriendelijkheid. Overal lachen, bloemen, lange haren, wijde jurken. Geen onvertogen woord. Het leek de normaalste zaak van de wereld.

Dat was het niet. Dat zei Max. Opeens stond hij op het podium. Bolle wangen, stoppelbaardje, tevreden lach, stralende ogen. Max Yasgur (He, een Max, Maxen zijn er niet zo veel). Het was zijn weiland. En hij bedankte hen. Dat ze de wereld hadden bewezen dat een half miljoen kids drie dagen samen konden zijn voor fun and music, en dat er niks anders was dan fun en muziek.

Ja, dat was zo. Bloemenkinderen. Love and peace (and music). Ze zouden mijn leven bepalen. Lang, tenminste. Vrienden, vriendschap helpt je door alles heen. Door kostschool, door eenzame studentenkamers, door tegenvallende examens, door fietstochten in snijdende regen, door ouderscheidingen, door stille nachten, door gebroken harten. Door alles.

Ze gaven meteen richting, in een erg verwarrende tijd. Ver weg was oorlog, Vietnam, een oorlog die nergens over ging, maar waar Amerika grote fouten maakte. Terwijl datzelfde Amerika jarenlang op een voetstuk was gezet thuis: de grote bevrijders, de grote voorbeelden. Land van afwasmachines en televisies op slaapkamers. Wel of geen Amerika, wel of niet je ouders geloven, wat te doen, wie te kiezen? Dan opeens die boodschap. Luid en duidelijk en helder. Love and peace. Waarom niet? Imagine all the people, sharing all the world, zong John Lennon niet veel later, en ook hij had gelijk. Give peace a chance.

Ik werd, was en ben hippie in hart en nieren. Ik loop niet langer in zelfgeborduurde spijkerbroek en Afghaanjas, maar voel me nog altijd bloemenkind. Mijn school en studie stond in het teken van vriendschap en helpen, en dat was ook een van de redenen dat ik voor dit beroep koos. Journalisten helpen -dat denken ze tenminste- de wereld. We laten zien wat er gebeurd, hoe het niet moet en hoe het wel kan. Ik probeer altijd hoop, een lach, een zonnestraal in mijn verhalen te stoppen.

Woodstock leerde me ook de magie van muziek te ontdekken. Niks mooiers op de wereld dan muziek. Iedereen houdt van muziek. Muziek kan binnen luttele seconden je kijk veranderen. Een droevig liedje, een vrolijk liedje: ze verzetten onmiddellijk je zinnen.

Muziek tekende mijn leven. Nachten doorhalen, elpeehoezen lezen, draaien, draaien draaien, luisteren luisteren. Wat een werelden gingen er open! Al mijn geld ging er aan op, al mijn tijd, alles was muziek. Sterker: het werd mijn beroep. Popjournalist zijn leek lang mijn ding, maar eenmaal bij de krant wilde ik niet meer. Even rook ik er aan, gratis platen, recensies schrijven maar nee: dat werd te gek. Opeens werd het zakelijk. Bang dat muziek zijn magie zou verliezen, deed ik het niet meer.

Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon. De kunstredactie vroeg of ik wilde helpen. Concerten bezoeken, interviewtjes doen. En van het een kwam het ander. Werd ik toch popjournalist. En hoe! Ik legde de lat hoog, wilde iedereen spreken, en ik sprak ook iedereen. Bowie, Jagger, McCartney, Clapton, Paul Simon, Pink Floyd, Genesis, Yes, Talking Heads, U2, zelfs mijn allergrootste helden Frank Zappa en Neil Young. Ik reisde de wereld rond, zag superconcerten, premières, priveshows. Crowded House zong wat liedjes bij hen thuis, ik zag McCartney oefenen, zat op de kussens van de slaapkamer van Prince, Liep backstage bij Bowie, noem maar op.

Tussendoor sprak ik ook Santana, Joe Cocker, Jefferson Airplane, Melanie, John Sebastian, Crosby en Stills en Nash en Young en the Who. Niemand, niemand kon zich iets herinneren van Woodstock. Ik verbeet me in stilte. Juist het festival dat de diepste indruk op me maakte, heb ik niet bezocht en ik kwam er niks van te weten. Wel was er een keer het magische gevoel. In 1985, Live-Aid. Alle wereldsterren op twee podia, allemaal voor een enkel doel: een betere wereld. Die wereld keek wereldwijd toe via de tv. Ik voelde een band die de wereld bond.

Van het een kwam het ander. Al dat reizen was altijd improviseren. De grote popfestivals waren halve rampgebieden dus ook daar kwam het aan op improvisatie, zelfredzaamheid, snel door massa's heenkomen, praten met handen en voeten. Als vanzelf kwamen er reportages uit echte rampgebieden, zocht ik als vredesduif juist oorlogsgebieden op.

Of dat niet moeilijk was, vervelend, draaglijk, al die ellende, zo vroeg iedereen. Jazeker ging dat. Waarom? Door Woodstock. Door dat ene zinnetje van uberhippie Wavy Gravy, leider van de Hog Farm. Ergens roept hij opeens "There is always a little bit of heaven in a disaster area". En dat klopt. Daar heb ik altijd naar gezocht. Hoe diep de ellende, hoe zwaar het lijden, hou uitzichtloos de situatie: altijd was er wel iemand die het hoofd hoog hield, de handen uit de mouwen stak, de eerste stap zette.

Die man vinden. Zijn boodschap uitdragen, zijn licht laten schijnen. Dat wilde ik in mijn verhalen. Dat wil ik nog steeds. Dat heeft Woodstock in me wakker gemaakt. En dat houdt me op de been. Nog steeds. Nog altijd.

Max Steenberghe
Ik had een muzikaal leven voor 1988 en een daarna. Eerst was ik een bandjesjongen. Ben ik deels nog steeds, maar toen echt. U2, Springsteen, Simple Minds, Doe Maar. Posters aan de muur, playbacken - 'fan' spelen, kortom.

Iets van een dj of curator zat er wel al snel in, want toen ik mijn eerste tapedeck kreeg ging ik als een gek bandjes opnemen van radioshows. De Top 40-lijst vast in de linkerhand, de rechter boven de record- of pauzeknop. Noem het mijn eigen podcasts, die ik daarna kon afspelen. Bij megamixer Ben Liebrand was dat knip- en plakwerk niet nodig. De meestermixer deed dit een uur lang zelf, die sessies verslond ik.

Toen kwam de revolutie. House. De muziek greep me meteen vanaf het introductiejaar 1988 via de (illegale) radio, en vanaf 1990 in het uitgaansleven. Daar waar 'dance' hoort - de naam maakt er geen geheim van. Ik kan nog steeds jeuk krijgen van mensen die het genre nog steeds puur als muziek beoordelen. Terwijl het zoveel meer is.

Dance is een middel voor verbroedering, voor dansvreugde, voor paringsrituelen. Op raves, in de club en later in de openlucht. Met MDMA als een grote katalysator uiteraard, maar aan die pilletjes durfde ik toen nog lang niet aan. Aan de muziek en het hele sfeertje in de club, zorgvuldig opgebouwd via flyers, had ik ook genoeg. Het was betoverend, weekend na weekend paradijsjes op aarde.

Zo betoverend dat ik droomde van meer. Platen kopen, dj worden, feestjes organiseren. Samen met een vriend begon ik een 'drive-in-show' (aanvankelijk feesten en partijen, maar met de verdiensten kochten we house die we stiekem tussendoor draaiden), later gingen we met de vriendengroep party's bouwen. Amazing Discoveries noemden we ons. Ik werd ook vaste dj in een aantal Brabantse clubs.

Omdat ik vond dat ik hier niet genoeg voor had é n omdat in 2001 een andere droom uitkwam - ik werd journalist - begon ik over dance te schrijven. Het genre was al ontzettend groot, maar er werd in de massamedia nog nauwelijks over bericht. Of het moesten de 'maandagse' berichten zijn over hoeveel mensen er met pillen waren opgepakt na een party. Daar moest en zou ik verandering in brengen!

Voor mijn eigen krant Eindhovens Dagblad (de lichtstad heeft nog steeds een grote klik met techno en dance) en freelance voor dancebladen als DJ Broadcast interviewde ik zowat alle grote dj's ter aarde. Bij Armin van Buuren kwam ik nog op zijn zolderkamertje, toen hij net aan het doorbreken was. In weekends deed ik verslag van tal van feesten en festivals. De koning te rijk.

Andere journalistieke redacties en klussen kwamen en gingen maar anno 2014 volg ik de boel nog steeds op de voet. Vorig jaar kwam opnieuw een droom uit: een eigen boek. Met 'Dutch Dance', over 25 jaar dance in Nederland, won ik de Pop Media Prijs, de belangrijkste onderscheiding voor de popjournalistiek in ons land, en inmiddels is het boek toe aan de tweede druk. Waanzinnig en totaal onverwacht.

Met drie kids is het tegenwoordig wat lastiger om bij alle feestjes te zijn, maar een keer per maand lukt me nog altijd. En de muziek vreet ik nog dagelijks - met nu en dan heus nog wel een bandje tussendoor.

Mark van Bergen

Colofon

Concept/coördinatie   Mark van Bergen
Verhalen   Mark van Bergen
Max Steenberghe
Ontwerp/techniek   Erika Massuger
Erika Massuger (1985) is 1.55 hoog, geheel opgetrokken uit broncode en zo smart als haar auto. Ze volgde studies aan het Grafisch Lyceum (IT Mediaproductie), Fontys Hogescholen (cum laude ICT & Media Design, Marketing, winnares scriptieprijs) en het CKE (fotografie).

Ze is webmaster van het Eindhovens Dagblad en tekent voor de speciale producties van die en andere Wegener-kranten. In haar vrije tijd maakt ze foto-reportages, ontwerpt en bouwt ze websites voor startende ondernemers. Zie ook massugez.nl
Eindredactie   Jan Speelman
Beeld/fotografie   Hollandse Hoogte
ID&T
Maurice Vinken
Walter Aeckerlin
e.a.
Sales   Albert Smeitink
Support   ID&T
Contact   Stuur een e-mail

Interviews met o.a.

Michael Lang (organisator Woodstock)
Tom ter Bogt (hoogleraar popmuziek)
Showtek, Fedde Le Grand, Eddy de Clercq en Dimitri Kneppers (dj's)
Irfan van Ewijk (mede-oprichter ID&T)
 
woodstock-mysteryland.com is een initiatief van Eindhovens Dagblad